Veel akkerbouwers en melkveehouders ruilen grond uit om de vruchtwisseling te bevorderen. In de praktijk blijkt het grondgebruik daarbij niet altijd optimaal met het risico op een dalende koolstofopslag in de bodem, stikstofverliezen en een verminderde bodemgezondheid. Hoe kan in situaties van grondruil de vruchtwisseling geoptimaliseerd worden voor zowel de akkerbouwer als melkveehouder? Voor een aantal landbouwregio’s waar akkerbouw en melkveehouderij op grote schaal naast elkaar voorkomen, zullen grondgebruiksvarianten worden gedefinieerd. Deze worden beoordeeld op de aspecten economie, organischestofvoorziening, stikstofbenutting, biodiversiteit, broeikasgasemissies en bodemgezondheid.