De teelt van veldbonen, lupine en andere eiwitgewassen staat volop in de belangstelling. Vanwege de groeiende vraag naar plantaardige eiwitten en de beloning van de teelt in het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Ook de interesse in de teelt van vezelgewassen, zoals vlas en hennep, groeit, onder meer vanwege de toepassingsmogelijkheden in biobased bouwmaterialen.
Wanneer dit soort ‘nieuwe’ gewassen in de gewasrotatie worden opgenomen, is het belangrijk om de waardplantstatus van deze gewassen voor bodemziekten te kennen. Veel problemen met bodemschimmels en aaltjes kunnen beperkt of zelfs voorkomen worden door een goed doordachte vruchtwisseling, afgestemd op de aanwezige besmettingen.
Dit project ontwikkelt kennis over de waardplantstatus van eiwit- en vezelgewassen en -rassen voor de aaltjessoorten Meloidogyne chitwoodi en Meloidogyne fallax. Met deze kennis kunnen telers een goed doordacht bouwplan samenstellen en schade in volgteelten voorkomen. Van een aantal eiwitgewassen is bovendien bekend dat er rassen zijn met een zeer hoog resistentieniveau tegen wortelknobbelaaltjes. Deze rassen kunnen een besmetting terugdringen, de teelt van een gevoelig volggewas mogelijk maken en de inzet van chemie beperken.
Uitvoerders: Wageningen University & Research
