Het maïswortelknobbelaaltje (Meloidogyne chitwoodi) kan aanzienlijke schade veroorzaken in de teelt van consumptieaardappelen. Kwaliteitsschade kan al bij zeer lage besmettingsniveaus ontstaan. In hoeverre knollen hier gevoelig voor zijn, verschilt per ras. Van de meeste rassen is echter weinig tot niets bekend over hun vermogen om M. chitwoodi te vermeerderen.
In dit project wordt gewerkt aan betrouwbare informatie over rasgevoeligheid, zodat telers een onderbouwde keuze kunnen maken voor een aardappelras. Zij weten dan of een ras al dan niet zonder risico geteeld kan worden op een besmet perceel. Het maakt de aardappelteelt op licht tot matig besmette percelen (weer) mogelijk. Zo blijft er meer areaal beschikbaar voor de aardappelteelt en wordt onnodige schade in aardappelen en volgteelten voorkomen.
Uitvoerder: HLB en Wageningen University & Research
