Biodiversiteitsmonitor Akkerbouw stelt indicatoren vast
Voor de Biodiversiteitsmonitor Akkerbouw (BMA) hebben Wageningen University & Research (WUR) en Louis Bolk Insitituut (LBI) advies gegeven over welke kritische prestatie indicatoren (KPI’s) zinvol zijn om te werken aan biodiversiteitsherstel. Acht van deze KPI’s zijn overgenomen in de BMA. Het gaat onder andere om het percentage rustgewassen in rotatie, de organische stofbalans en het stikstofoverschot. Het vaststellen van de KPI’s is een belangrijke stap naar een eenduidige manier van meten – op basis waarvan akkerbouwers beloond kunnen worden. De BMA is een initiatief van BO Akkerbouw, Provincie Groningen, Rabobank en Wereld Natuur Fonds.
De biodiversiteit op het platteland gaat achteruit en akkerbouwers hebben een oplossing in handen om het tij te keren. De Biodiversiteitsmonitor Akkerbouw is in het leven geroepen als hulpmiddel om de prestaties van akkerbouwers op biodiversiteit eenduidig te meten en hen daarop te kunnen belonen. Het rapport ‘Biodiversiteitsmonitor Akkerbouw: wetenschappelijke onderbouwing en toepassing in de praktijk’ van WUR en LBI, geeft aan welke KPI’s een bewezen relatie hebben met biodiversiteit, direct of indirect. Het gaat om indicatoren waar individuele akkerbouwers invloed op kunnen uitoefenen en die in samenhang bij kunnen dragen aan biodiversiteitsherstel in Nederland.
KPI 1 % rustgewassen in rotatie
KPI 2 Organische stofbalans
KPI 3 Stikstofoverschot
KPI 4 Milieubelasting gewasbeschermingsmiddelen
KPI 5 % bodembedekking
KPI 6 Carbon footprint
KPI 7 % Natuur- en landschapsbeheer
KPI 8 Gewasdiversiteit
De KPI’s zijn opgenomen in de Factsheet BiodiversiteitsMonitor Akkerbouw, die ook de ambities én planning van de monitor bundelt. Naast de acht KPI’s in de lijst, bevelen WUR en LBI KPI’s aan met betrekking tot gereduceerde grondbewerking, waterbalans en groenblauwe dooradering, vanwege de sterke relatie met biodiversiteit. Deze zijn echter nog onvoldoende ontwikkeld en zijn daarom nog niet overgenomen in de BMA.
Landelijk instrument
In verschillende pilots verspreid over het land werken akkerbouwers al met de KPI’s. In de pilots testen zij welke (bestaande) data- en registratiesystemen geschikt zijn om prestaties te meten en hoe de beloningssystematiek kan werken. Zodra de BMA definitief klaar is, volgt een bredere uitrol met akkerbouwers, ketenpartners, banken, NGO’s, overheden en andere partijen. Zo ontstaat een landelijk gedragen en uniform instrument om biodiversiteitsprestaties te meten en waarderen. Belonen van prestaties kan bijvoorbeeld via het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) of via ketenpartijen.
Onderdeel van Actieplan Plantgezondheid
De BMA is tevens onderdeel van het Actieplan Plantgezondheid van BO Akkerbouw en haar leden. Via dit actieplan werkt BO Akkerbouw samen met andere organisaties aan duurzame teeltmethoden, waarvan biodiversiteit één van de pijlers is. De ontwikkeling van de BMA en de daarbij horende beloningssystematiek is ook sterk verbonden met het Deltaplan Biodiversiteitsherstel.