Akkerbouw heeft grote zorgen over aanvullende nitraatmaatregelen
Minister Staghouwer van LNV en minister Van der Wal voor Natuur en Stikstof hebben aanvullende maatregelen op het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (7e AP) aangekondigd. Deze zijn volgens hen nodig om aan de Europese doelen voor zowel grond- als oppervlaktewaterkwaliteit te voldoen en om een nieuwe derogatie te krijgen. De akkerbouwsector maakt zich ernstige zorgen over de maatregelen waar de ministers naar verwijzen, zoals teeltverboden, brede bufferzones en opkoop van bedrijven. Deze maatregelen bedreigen niet alleen akkerbouwers maar de hele keten.
“De Nederlandse landbouw en daarmee ook de akkerbouwsector staat aan de lat om te zorgen voor een goede waterkwaliteit. In de afgelopen maanden hebben we volop ingezet op een evenwichtig pakket aan maatregelen dat recht doet aan het ondernemerschap in onze sector en aan de praktische realiteit van het verwerken van akkerbouwgewassen. Dat heeft geleid tot een gewijzigd 7e AP, met daarin nog steeds pijnlijke maatregelen voor akkerbouwers. Aanvullende maatregelen leggen een bom onder het draagvlak voor het reeds aangekondigde beleid”, aldus André Hoogendijk, directeur BO Akkerbouw.
In het 7e AP is gekozen voor een maatwerkaanpak, waarbij ondernemers de keuze krijgen voor meer vrijheid om zelf te sturen op vermindering van het stikstofbodemoverschot en daarmee nitraatuitspoeling. Deze maatwerkaanpak wordt momenteel uitgewerkt door het ministerie van LNV samen met de sector. De aanpak sluit aan op de gebiedsgerichte aanpak die in het coalitieakkoord is aangekondigd.
Er worden in de Kamerbrief van 20 januari jl. door de ministers aanvullende maatregelen aangekondigd. Het gaat dan om bufferzones in beekdalen, een verbod op de teelt van uitspoelingsgevoelige gewassen op vrijvallende uitspoelingsgevoelige gronden en op- en uitkoop van bedrijven. Deze maatregelen worden nu uitgewerkt in een addendum, dat half februari in Brussel moet liggen. Dit betekent wederom een proces met een dusdanig krappe tijdslijn dat er geen ruimte is voor een zorgvuldige impactanalyse en voor goed overleg met de sector.
Hoogendijk: “In gebieden waar de waterkwaliteitsdoelen niet worden behaald, is extra inzet van de sector noodzakelijk. Dit willen we doen met de afgesproken maatwerkaanpak en de gebiedsgerichte aanpak. Hiervoor zijn zorgvuldige processen nodig waarbij we onder meer gericht gaan meten om in kaart te brengen welke problemen er in een gebied zijn en hoe deze effectief aangepakt kunnen worden. Door nu vooruit te lopen op vergaande maatregelen, worden deze processen ondermijnd.” De akkerbouwsector roept de ministers op om de Europese Commissie te overtuigen van de gebiedsgerichte aanpak zoals opgenomen in het coalitieakkoord, zodat in gezamenlijkheid met de sector gewerkt kan worden aan het behalen van de waterkwaliteitsdoelen.
De akkerbouw staat daarbij positief tegenover een gewasderogatie die tot doel heeft de waterkwaliteit te verbeteren en die naast gras ook akkerbouwteelten omvat. Een gewasderogatie geeft niet alleen aan de melkveehouderij maar ook aan de akkerbouw een positieve prikkel, die zal leiden tot minder uitspoeling van nitraat.