In de werksessies die daaraan vooraf gingen, schetsten drie akkerbouwers, allen lid van de LTO vakgroep Akkerbouw en Vollegrondsgroente, hoe zij dat aanpakken. In de werksessie ‘De bodem doorgrond’ legde Bert Merx uit hoe in Zuid-Limburg het toepassen van drempels en het verruigen van aardappelruggen niet alleen zorgde voor het beter vasthouden van water, maar ook leidde tot een hogere opbrengst.
In de werksessie ‘Robuuste teelten’ lichtte Dirk-Jan Beuling toe dat hij in de Veenkoloniën met onder meer rassenkeuze, groenbemesters, niet-kerende grondbewerking en beregening inspeelt op klimaatverandering. In de derde werksessie ‘De akkerbouwer als watermanager’ liet Klaas Schenk zien dat zijn bedrijf in Anna Paulowna onder de noemer Zoetwaterboeren de proeflocatie is voor duurzaam agrarisch waterbeheer. Hij slaat zoet water op in een bassin, in de percelen met peilgestuurde drainage én binnenkort ook in diepere lagen in de ondergrond. Zo verwacht hij verzilting tegen te gaan.