16-05-2022

‘Met een gerust gevoel neem ik afscheid’

Na zich 38 jaar te hebben ingezet voor de akkerbouwsector gaat Jan Wielemaker (63 jaar) met pensioen. Hij was bij BO Akkerbouw en zijn voorgangers de man die zich op de achtergrond hard maakte voor goed functionerende akkerbouwketens.

Jan Wielemaker BO Akkerbouw

Op 30 juni is je laatste werkdag. Hoe voelen deze laatste weken voor jou?

Heel vreemd. Het is bijzonder om na 38 jaar fulltime werken straks mijn eigen agenda te kunnen bepalen. Naar die vrijheid kijk ik uit. Maar ik laat ook veel goeds achter. Leuk werk, fijne collega’s en een mooi netwerk. Maar het moet toch een keer. Afscheid nemen doe ik met een gerust gevoel, want de organisatie staat er goed voor.”

Hoe zag jouw loopbaan eruit?

“Als jonge econoom startte ik in 1984 bij het Productschap voor Granen, Zaden en Peulvruchten. Ik werkte toen aan de sanering van de bakkerijsector. Bij het latere Productschap Akkerbouw heb ik me vanuit allerlei perspectieven voor akkerbouwketens ingezet. Van markt- en prijsbeleid tot douanezaken, van graan tot rijst. In 2015 startte ik bij BO Akkerbouw. Dat was pionieren met een klein clubje mensen. Ik hou me op de achtergrond met van alles bezig: bestuur- en verenigingszaken, financiën, marktinformatie, de verbindendverklaring en voedselveiligheidscertificering. Als ik mijn werk goed doe, merk je weinig van mij.”

Wat was in die 38 jaar de grootste verandering?

“De samenwerking met de overheid. De tijdgeest is nu wezenlijk anders dan in de jaren tachtig. Toen was de overheid echt ondersteunend. Voor de bakkerijsector was er bijvoorbeeld een minimumbroodprijs. De overheid is nu veel terughoudender en staat verder van de ondernemers af. Er zijn allerlei kaders en regels - ook uit de EU - waardoor minder mogelijk is.”

En wat is je leukste anekdote uit die tijd?

“Dat een collega van het Productschap grapte: ‘Ik krijg zo je neef uit Costa Rica op bezoek.’ De achternaam van zijn bezoeker was namelijk dezelfde als die van mij. Het bleek écht mijn neef uit Costa Rica te zijn, die ik al in geen jaren had gezien.”


"De overheid staat verder van de ondernemers af dan in de jaren tachtig"

Wat beschouw je als een hoogtepunt in je tijd bij BO Akkerbouw?

“We kregen het als eerste agrarische sector voor elkaar om met de verbindendverklaring een collectief onderzoeksprogramma voor de teelt op poten te zetten. Die gezamenlijkheid is waardevol voor de akkerbouwers, want zij kunnen dat niet alleen. Ik was een radartje in het geheel, maar ik ben er best trots op. Het teeltonderzoek is goed van de grond gekomen, zo laat de brochure ‘Projecten 2022’ zien. Het delen van de kennis uit het onderzoek gebeurt ook steeds professioneler. Dat geeft voldoening.”

Wat spreekt je aan in de akkerbouwsector?

“Akkerbouwers verbouwen een natuurproduct met wisselende eigenschappen, onder invloed van bodem en klimaat. De schakels verderop in de keten verwerken dit voor consumenten tot waardevolle eindproducten. Producten als brood en frieten moeten aan constante kwaliteitseigenschappen voldoen. Om dat voor elkaar te krijgen, werken schakels in de keten nauw samen. Die verbondenheid vind ik mooi.”

Hoe ziet volgens jou de akkerbouw van morgen eruit?

“Ik ben natuurlijk econoom, geen agronoom. Maar als ik de hoge grondprijzen zie, verwacht ik dat er een ander beheermodel gaat komen. Eigendom van de grond en de teelttechnische deskundigheid kunnen in verschillende handen zijn, zoals we in Duitsland al zien.”

Wat ga je doen als jij op 30 juni de deur achter je dichtdoet?

“Meer fietsen, werken aan mijn modelspoorbaan en op vakantie naar Scandinavië. Denemarken is mijn favoriete bestemming. Mensen zijn er ontzettend relaxt. Je kunt er prachtige huizen huren met uitzicht op zee. Misschien ga ik ook nog iets bestuurlijks doen.”

En tot slot: hoe eet jij je aardappels het liefst?

“Als frietjes, zelf gebakken.”