‘Beregenen is in een droog jaar altijd beter dan niets doen’
Teveel ijzer in het water? Het aardappelblad kleurt brons, zo laat de beregeningsproef van de PPS Klimaatadaptatie Open Teelten zien. Delphy voert voor het derde jaar deze proef uit bij een zetmeelaardappelteelt op een bedrijf in Eerste Exloërmond. De proef vergelijkt de spuitboom met druppelirrigatie en test water van verschillende kwaliteit. Conclusie: in een droog jaar is beregenen altijd positief voor de opbrengst, zelfs als de waterkwaliteit te wensen overlaat. Op 15 september deelden de partners de bevindingen van de verschillende onderzoeken.
9x3 proefvelden
“Kijk, hier zie je het verschil tussen van aardappelloof dat beregend is met oppervlaktewater en met bronwater met een verhoogd ijzergehalte”, zo legt Bert Huizinga van Delphy uit. Het ene blad is lichtgroen, bij de ander kleurt het blad brons. Zo’n vijftien betrokken partners zien met eigen ogen de verschillen op het proefveld bij de firma Speelman. Het proefveld bestaat uit 9x3 proefveldjes van 20 bij 20 meter op de Veenkoloniale dalgrond in Drenthe.
Verschillende waterkwaliteit
Voor het derde jaar op rij test Delphy daar verschillende soorten behandelingen. Het gaat om beregenen met de spuitboom met vier soorten water. Verder zijn er in 2022 vier behandelingen met druppelirrigatie: zowel in als tussen de rijen met een watergift die op 60% en 100% ligt vergeleken met beregening met spuitboom. De controlebehandeling is die zonder watergift.
Twee vragen
“Aanleiding voor de proef zijn twee vragen”, vertelt Harm de Boer van Delphy. “Allereerst de vraag waarom aardappelloof vervroegd afsterft na beregening en welke invloed de waterkwaliteit daarop heeft. En ten tweede hoe we in een veranderend klimaat met langere perioden van droogte het beschikbare water optimaal kunnen toedienen. Dus op het juiste moment beregenen met de juiste hoeveelheid water: met een spuitboom of druppelirrigatie.”
Zijn collega Bert heeft nog geen sluitend antwoord gevonden op de eerste vraag: “We vinden een verband, maar we weten nog niet hoe de samenhang is tussen beregenen, waterkwaliteit en het vervroegd afsterven van het loof.”
Voor het antwoord op de tweede vraag moet de analyse van dit seizoen meer inzicht geven in de verschillen tussen druppelirrigatie en een spuitboom. In 2020 zorgde beregenen in elk geval voor een significant hogere opbrengst dan niet beregenen, zelfs als het beschikbare water te veel chloride of ijzer bevat.
Opbrengstverschillen in de praktijk
Akkerbouwer Dirk-Jan Beuling kan die ervaring vanuit de praktijk bevestigen. Hij is betrokken bij dit onderzoek en runt met zijn vrouw Tanja en zoon Rik een bedrijf van ruim 200 ha op een steenworp afstand van de proef. De vraag over waterkwaliteit is voor hem een belangrijke. Beuling: “Ik wil graag weten of de waterkwaliteit effect heeft op de opbrengst. Zelf zet ik bronwater in, dat een verhoogd ijzergehalte heeft. Ik maak gebruik van een Pivot-installatie en hydrantenberegening, aangedreven met elektriciteit die ik met 1200 zonnepanelen opwek. Beregenen heeft me veel gebracht. Dat bleek onder meer uit een proefrooiing die ik heb gedaan. Op het deel van het perceel dat ik wel met de Pivot beregende haalde ik 45 ton, in de niet-beregende hoek omgerekend 33 ton per hectare.”
Effecten van druppelaars nog onduidelijk
Hoe de opbrengstcijfers zijn bij het gebruik van druppelirrigatie, is nog onduidelijk. Huizinga: “In het eerste jaar hebben we alleen een proef met druppelslangen tussen de rijen gehad. Dit jaar beproeven we druppelslangen in de rijen én tussen de rijen, zowel op 60% als 100% van de watergift. Wat de effecten zijn op de opbrengst weten we pas na de oogst. De sensoren, die in de ruggen tussen twee druppelaars staan, geven een beeld van de vochtverdeling. Bij druppelslangen tussen de rijen komt het vocht van onderaf, wat logisch is. De investering in druppelirrigatie is fors, zowel in materiaal als arbeid. Voordeel is wel dat een druk van 0,8 bar voldoende is, dus dat bespaart energie.”
Over PPS Klimaatadaptatie open teelten
De beregeningsproef is onderdeel van de PPS Klimaatadaptatie open teelten, die sinds 2020 onderzoekt hoe akkerbouwers kunnen inspelen op het veranderende klimaat. Wageningen University & Research (WUR), Delphy, Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw (SPNA) en Agrifirm werken daarin samen. BO Akkerbouw financiert het onderzoek.
Naast de proef naar efficiënt beregenen werden op 15 september ook de bevindingen van de andere werkpakketten gedeeld. SPNA presenteerde de klimaatmaatregelen in de pootaardappelteelt (breedspoor, inzet van Transformer, groenbemesters, erosiestoppers en woeltand) en WUR Open teelten lichtte de resultaten toe van bewerkingen om de ondergrondverdichting duurzaam op te heffen. Verder was er aandacht voor de positieve uitkomsten van een onderzoek om water vast te houden in Zuid-Limburg via erosiestoppers/drempels tussen aardappelruggen en verruiging van de rugopbouw.