Akkerbouw werkt aan weerbare teelt op zand
De ambitie van de akkerbouw is helder: in 2030 is de sector koploper in aantoonbaar duurzame teeltmethoden. Dat vraagt om een integrale aanpak die een robuust teeltsysteem met weerbare planten centraal stelt. In de komende vier jaar wordt binnen de PPS ‘Integrale aanpak gewasbescherming voor de akkerbouw op zand’ gewerkt aan praktische maatregelen, specifiek voor telers op zandgronden.
De teeltmethode voor akkerbouw op zand kan op onderdelen wezenlijk verschillen van teelten op andere grondsoorten. Mede daarom is in februari de publiek-private samenwerking (PPS) ‘Integrale aanpak gewasbescherming voor de akkerbouw op zand’ officieel van start gegaan. Op de kleigrond loopt een vergelijkbaar project op initiatief van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).
De PPS wordt uitgevoerd door Wageningen University & Research op initiatief van Brancheorganisatie (BO) Akkerbouw en in samenwerking met dertien andere private partijen. Gedurende de periode 2020-2023 wordt kennis verzameld voor een integrale aanpak voor de akkerbouw op zandgronden. Kennisinstellingen, veredelings- en teeltbedrijven, toeleveranciers en adviesorganisaties zetten samen concrete stappen richting een robuust teeltsysteem.
Omslag nodig
“Gewasbescherming in de breedste zin is onderdeel van dit systeem”, vertellen akkerbouwers Dirk Jan Beuling en Edwin Michiels, beide lid van de stuurgroep van deze PPS. “Maar dat geldt bijvoorbeeld ook voor nieuwe technologieën die schadelijke emissies terugdringen.” Iets wat overigens niet uit de lucht komt vallen. In de visies Kringlooplandbouw en Gewasbescherming is het ministerie van LNV duidelijk over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen: ‘Deze middelen zijn van belang voor een goede oogst, maar de afhankelijkheid ervan en de kwetsbaarheid van het huidige systeem, maken dat een omslag nodig is.’
En dat sluit aan bij het Actieplan Plantgezondheid dat BO Akkerbouw in 2018 heeft gepresenteerd. Daarin wordt onder meer gesproken over beperking van de emissies naar het milieu en nagenoeg residuvrije akkerbouwproducten in 2030. Rentabiliteit op de korte en lange termijn blijft daarbij leidend. “Door het centraal stellen van weerbare planten en teeltsystemen kunnen wij als telers stappen zetten richting de realisatie van deze ambitie”, aldus Beuling en Michiels.
Integrale aanpak
Dit vergt volgens Marleen Riemens van Wageningen University & Research een integrale aanpak. “Niet alleen van de gewasbescherming, maar van de bedrijfsvoering als geheel. De natuurlijke omgeving, bodem, waterbeheer en bemesting zijn immers mede bepalend voor een al dan niet gezond gewas. Gewasrotatie en keuze uit (weerbare) rassen zijn belangrijke elementen voor een duurzaam teeltsysteem.”
De daarvoor benodigde kennis voor akkerbouwteelten op de zandgronden wordt ontwikkeld via de recent gestarte PPS. Integrated Crop Management vormt de basis van dit project. “Hierin staat de samenhang van de hele bedrijfsvoering centraal. Thema’s als gewasrotatie, weerbare rassen, bodembeheer, monitoring in het seizoen en gerichte bestrijding zijn daar uiteraard onderdeel van”, vertelt Riemens. “In verschillende deelprojecten komen deze aspecten aan de orde.” Er wordt kennis ontwikkeld die ingezet kan worden om praktische handvaten te geven bij het ontwikkelen en uitbouwen van beslissingsondersteunende systemen voor akkerbouwers.
2,8 miljoen euro
De verschillende deelprojecten van dit grootschalige onderzoek zijn nauw met elkaar verbonden en worden in samenhang uitgevoerd door Wageningen University & Research. Dit gebeurt op initiatief van BO Akkerbouw. De samenwerkende partners zijn: Stichting IRS, Agrifirm, Artemis, CZAV, Lamb Weston, Geersing Potato Specialist, Cebeco Agrochemie, Oro Agri, Bayer, Syngenta, UPL, Ecostyle Professional en HZPC. Het ministerie van LNV levert een financiële bijdrage via de Topsector Agri & Food. De komende vier jaar wordt er in totaal – collectieve onderzoeksgelden en publieke gelden – bijna € 2,8 miljoen geïnvesteerd in dit project voor een robuuste akkerbouwsector. Gezamenlijk wordt gewerkt aan economisch en ecologisch perspectief op de korte en lange termijn, voor de akkerbouwer én zijn omgeving.