Campagnes nodig om consument te laten wennen aan product uit duurzame teelt
Telers telen steeds duurzamer. Daarbij zijn minder chemische middelen beschikbaar. Dat heeft impact op de opbrengst: (vers)product heeft vaker ‘een plekje en vlekje’. Oogsten zullen vaker kleiner zijn, met een duurder product tot gevolg. Campagnes zijn nodig om dit effect bij de consumenten duidelijk te maken. Dit was een conclusie bij de Netwerkbijeenkomst Plantgezondheid, donderdag 19 oktober in Nijkerk.
Die bewustwording moet van jongs af aan beginnen, via het onderwijs, zo gaf Jennifer Muller van het CBL aan. “Naast het onderwijs ligt er een taak voor de overheid en de supermarkten. Met marketing en nudging zullen we campagnes moeten draaien om aan het bewustzijn bij de consument te werken”, aldus Muller op het event, waar opnieuw aandacht was voor de kennis en instrumentaria die nodig zijn voor rendabele teelten. Dagvoorzitter Ron Mulders (LTO Nederland) riep aanwezigen op om ideeën aan te reiken die kunnen bijdragen. Mulders: “We moeten door een bocht. Laten we als een motorrijder door die bocht heen kijken en samen blijven zoeken naar de goede oplossingen.”
Schommelingen in opbrengst en kwaliteit
Johan Bremmer (WUR) schetste de toenemende maatschappelijke druk en aangescherpt beleid. Over enkele jaren zijn ruim 25% minder chemische middelen beschikbaar. “Met meer kans op resistentievorming tot gevolg en verlies van en grotere schommeling in opbrengst en kwaliteit.” Zowel overheid als de (afzet)keten hebben volgens hem een rol bij (het versnellen van) verduurzaming. Supermarkten pakken die handschoen op, meldde Muller. Volgens het CBL is ketensamenwerking van groot belang voor een toekomstbestendige voedselketen. Met ‘Beter voor..’ werkt CBL aan een nieuwe duurzaamheidsstandaard. Dat gebeurt samen met boeren, tuinders en maatschappelijke organisaties, met aandacht voor het verdienmodel voor boeren en tuinders en focus op versproducten van eigen bodem.
Wenkend perspectief
In een panelgesprek schoven twee telers aan, die al volop bezig zijn met verduurzamen. Zij toonden zich kritisch over het ‘wenkend perspectief’. Fruitteler Marinus Huijmans gaf aan dat de teler wél profijt moet zien. “De risico’s zijn gigantisch. Eén fout en de winst is weg.” Akkerbouwer Derk Gesink riep beleidsmakers op meer oog te hebben voor de praktijk. “Ik doe mijn best met de wiedeg, maar in het natte voorjaar was het met het onkruid een drama. Zomaar middelen afschaffen zonder alternatieven, frustreert elke vorm van samenwerking.” Over het mogelijk versnellen van het verduurzamen waren beide duidelijk. Huijmans: “De fruitteelt kent een meerjarige teelt; dat is niet zo maar om te gooien. Alle kennis is er nog niet en hetzelfde geldt voor het gereedschap.” Gesink: “Dat gaat gewoon niet. Als ik zou werken met de technieken van de jaren ’50, had ik 150 man personeel nodig. Die zijn niet te krijgen.”
Netwerkbijeenkomst
Op uitnodiging van BO Akkerbouw, Glastuinbouw Nederland, LTO Nederland en de NFO kwamen circa 65 onderzoekers, adviseurs, projectleiders en (beleids)medewerkers en bestuurders bijeen om te spreken over (het versnellen van) verduurzaming. De bijeenkomst is een activiteit van het KoM project Kennistransfer Plantgezondheid, het Actieplan Plantgezondheid en het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie Gewasbescherming 2030. Presentaties zijn terug te vinden in een overzichtspagina.