“De akkerbouw kan kennis uit andere sectoren goed gebruiken”
Hij is van de arme tak, zo zegt Dirk Bakker (63 jaar) altijd gekscherend. De strategisch adviseur bij Van Iperen is geen familie van de eigenaren van het bedrijf, maar wel al bijna veertig jaar verbonden aan de groeispecialist die actief is in zes sectoren. “De akkerbouw kan kennis uit andere sectoren, zoals de glastuinbouw en groenvoorziening, goed benutten.”
Wat drijft je om voor de agrarische sector te werken?
“Het fantastische karakter van onze klanten: krachtig, weerbaar en flexibel. Ik kom zelf niet van een agrarisch bedrijf, maar voelde me er altijd toe aangetrokken. Na mijn has-studie wilde ik graag voor de landbouw werken. De cultuur vind ik prachtig. De boer is gedreven, de baas op zijn boerderij en vindt altijd weer een manier om zich aan te passen aan de omstandigheden, hoe uitdagend ook. Daar heb ik diep respect voor.”
Van Iperen bestaat maar liefst ruim 100 jaar. Hoe ontwikkelde het bedrijf zich in die eeuw?
“In het jubileumboek, dat bij ons honderdjarige bestaan verscheen, is te lezen dat het bedrijf ooit in de Hoeksche Waard begon met de graanhandel. Het is nog steeds een bescheiden deel van ons werkpakket, maar wel de springplank voor ons lidmaatschap van BO Akkerbouw. In de decennia erna ontwikkelden we ons tot groeispecialist in de teelt van vele gewassen. Adviseren over onder meer bemesting en gewasbescherming doen wij in de glastuinbouw, akkerbouw, vollegrondsgroenteteelt, bloembollenteelt, veehouderij, fruitteelt en groenvoorziening.”
Welke waarde heeft het lidmaatschap van BO Akkerbouw voor Van Iperen?
“Dat is heel belangrijk. Daarom wilden wij ons in 2014 graag aansluiten. Het is voor ons essentieel dat sectoren en gewassen in Nederland blijven, maar dat kan Van Iperen natuurlijk nooit alleen voor elkaar krijgen. Dat moeten we met alle partijen samen doen. Voor de akkerbouw is de belangenbehartiging bij uitstek in goede handen bij BO Akkerbouw.”
Beschouw je dat als belangrijkste taak van BO Akkerbouw?
“Zeker. BO Akkerbouw heeft zich tot een krachtige organisatie ontwikkeld, die weet wat er speelt en die erkend wordt in Den Haag. De organisatie overziet de samenhang en komt op voor zowel de belangen van de akkerbouwers als de verwerkers en andere ketenpartijen.”
Hoe belangrijk is gemeenschappelijk onderzoek?
“Van grote waarde. In de toekomst moeten we naar een andere manier van gewasbescherming en bemesting: de corebusiness van Van Iperen. De toelating van veel belangrijke middelen vervalt binnenkort, te beginnen in 2023. Daarom nemen we deel aan gezamenlijk onderzoek naar beheersing van aaltjes, ziekten en plagen. Ook draaien we met Agrifirm en CZAV – onze concurrenten én collega’s – pilots op twee akkerbouwbedrijven in het noordoosten op zand en in het zuidwesten op klei. Wij proberen daar met 50% minder emissie verantwoord te telen. Dat is enerverend en leerzaam.”
"“Met fertigatie krijgt een plant via druppelslangen wat hij aan voeding nodig heeft”"
Hoe ziet de akkerbouw van morgen eruit?
“Anders en diverser. We gaan naar precisielandbouw toe, waarin we grote percelen indelen in een kleinere lappendeken waarvan we de bodemkwaliteit nauwkeurig in kaart hebben. Zo kunnen we elke plant gerichter geven wat hij nodig heeft met minder meststoffen en middelen. Voor hoogrenderende gewassen zie ik dat met lichtere, gps-gestuurde machines en met fertigatie via druppelslangen gebeuren. Ik denk verder dat er een moderne vorm van het ‘Barendrechts gemengde bedrijfstype’ terugkomt. En wel via een grootschaliger samenwerking tussen veehouders, bloembollentelers en akkerbouwers in de regio. Dat zorgt enerzijds voor circulariteit en anderzijds voor roulatie van grond. Zo kunnen akkerbouwers zich specialiseren, bijvoorbeeld in eerstejaars plantuien of spruitkool. Wat betreft de gewasbescherming gaan we veel meer naar een systeemaanpak.”
Wat is voor dat laatste nodig?
“Onder meer kennisuitwisseling met elkaar en met andere sectoren. Zo is de glastuinbouw een voortrekker in het gebruik van nuttige insecten. Ze heeft bovendien al wat meer ervaring met groene gewasbeschermingsmiddelen, enerzijds vanwege de monocultuur en anderzijds omdat de teelten zich sneller opvolgen. De akkerbouw kan die opgedane kennis en ervaring goed gebruiken. Ook van een sector als groenvoorziening is veel te leren op het gebied van bodemverdichting, zuurstofvoorziening en bodemgezondheid.”
Hoe kijk je aan tegen het perspectief dat BO Akkerbouw heeft geschetst?
“Ruimte voor de Nieuwe Akker is een mooi document met interessante perspectieven en herkenbare fundamenten. Zo ben ik het ermee eens dat innovatie, ondernemerschap en een sterke keten essentieel zijn voor het verdienvermogen van telers in de toekomst.”
Tot slot, wat is je favoriete akkerbouwproduct?
“Aardappelen en uien vind ik allebei prachtige gewassen. We zijn thuis echte aardappel- en uieneters, en we waren dat zeker toen onze vijf kinderen nog allemaal thuis woonden.”