En wat vindt u lastig?
“De regels van de overheid. Die zijn vaak onlogisch en te gedetailleerd. Ik mag distels in de natuurvriendelijke oever niet bestrijden met de selector, waarbij ik maar 8 ml gewasbeschermingsmiddel nodig heb. Als ze uitzaaien over de akker ernaast betekent dat dat ik het 1000-voudige aan chemie moet gebruiken om mijn graan vrij te houden van diezelfde distels. Verder lever ik al mijn stro aan een veehouder met een potstal voor vleesvee. Om de bodemvruchtbaarheid en het organische stofgehalte van mijn grond te verbeteren, zou ik graag al mijn stro verrijkt met mest terug willen hebben, maar ik mag maar een derde van zijn mest gebruiken. Regels beletten daarmee het goede te doen. Waarom geeft de overheid de akkerbouwers niet de ruimte? Akkerbouwers kunnen zélf voor heel veel zaken prima de juiste keuzes maken. Zij hebben namelijk het beste met hun eigen grond voor. Ik geloof erin dat de overheid meer kan bereiken met vertrouwen en belonen. Nu is het beleid gebaseerd op wantrouwen en straffen.”
Waarom bent u bestuurlijk actief geworden in de NAV en BO Akkerbouw?
“Om goed tegenwicht te bieden aan de overheid. De NAV vertegenwoordigt de akkerbouwer, bij BO Akkerbouw zit de hele keten aan tafel. Het is zó belangrijk om als sector goed georganiseerd te zijn. Ik kan uit eigen ervaring spreken, want ik heb in het verleden bij de rijksoverheid gewerkt naast het bedrijf. Als gepromoveerde Wageningse microbioloog werkte ik bij verschillende Haagse departementen. Ik heb gemerkt dat daar steeds minder deskundigheid in huis is. De deskundigen werden voor een groot deel vervangen door juristen, bestuurskundigen en politicologen. Dat is zeer nadelig voor een goede beleidsontwikkeling.”
Welke onderwerpen vindt u belangrijk bij BO Akkerbouw?
“Het onderzoeksprogramma staat op één. Vroeger stak de overheid geld in onderzoeksinstellingen, nu brengen we dat in BO Akkerbouw bijeen. Kennisontwikkeling is onmisbaar om als sector vooraan te blijven lopen. Ik volg de onderzoeken in de hele breedte, van kennis over bodemvruchtbaarheid tot kringlooplandbouw.
Verder maak ik deel uit van het certificeringsoverleg. Certificering bewijst dat akkerbouw topproducten levert. Daar sta ik pal voor. Mijn pleidooi is altijd de administratie voor akkerbouwers zo eenvoudig mogelijk te houden. Partijen die producten afnemen, hebben veel wensen. Extra inspanningen moeten wel betaald worden. In dat opzicht voel ik mezelf de waakhond in dit overleg.”
Hoe ziet de akkerbouw van morgen eruit?
“Ik kan niet inschatten waar het heen gaat. Er spelen zoveel belangen en discussies, zoals GLB, ruimtelijke ordening, mestbeleid en kringlooplandbouw. Mijn pleidooi zou zijn: bekijk de problemen integraal en op hoofdlijnen én laat de details aan de akkerbouwers over.”
Wat brengt de dag van vandaag?
“Het probleem van de slechte opkomst van het blauwmaanzaad. Na de vroege zaai kwam er nachtvorst, toen ik het opnieuw zaaide volgde er een bak water. Door de scherpe zon zit er nu een korst op de grond. De wintergerst en het koolzaad staan er overigens heel mooi bij. Vandaag komt de imker de bijenkasten ophalen.”