Stikstofopname door gewassen: basis voor minder nitraatuitspoeling
Goed inzicht in de stikstofopname door gewassen is nodig voor een doelmatige bemesting. Het helpt om het stikstofgebruik te optimaliseren, de benutting te verhogen en het risico op nitraatuitspoeling te beperken. Veel beschikbare kennis hierover is verouderd. Om gericht kennis te actualiseren, zijn in opdracht van BO Akkerbouw literatuurstudies uitgevoerd door NMI en het Louis Bolk Instituut vanuit de Sectoraanpak Nitraat.
Uit deze studies blijkt een sterk veranderende landbouwpraktijk ten opzichte van de beschikbare kennis over stikstofopname door akkerbouwgewassen. Denk aan het gebruik van andere meststoffen, een bredere inzet van organische mest, de beschikbaarheid van nieuwe rassen en een verschuiving van teelten van klei- naar zandgronden. Zo worden zaaiuien tegenwoordig steeds vaker op zandgrond geteeld, waar ook drijfmest wordt toegepast, iets wat bij de oorspronkelijke onderzoeken op kleigrond niet gebruikelijk was. Daardoor is de waarde van oude opnamecurves vaak beperkt bruikbaar in de huidige praktijk.
Actuele inzichten nodig
Ook blijkt dat er nauwelijks onafhankelijke kennis beschikbaar is over verschillen in stikstofbehoefte en -efficiëntie tussen rassen. Die verschillen zijn in de praktijk vermoedelijk groot, maar nog onvoldoende onderzocht.
Ook blijkt uit de studies dat stikstof in gewasresten een belangrijke bijdrage kan leveren aan nitraatuitspoeling, vooral op lichte gronden. De rol van gewas, rassenkeuze, opbrengst, grondsoort, meststoffentype en het oogstmoment zijn hierbij nog onvoldoende bekend.
Vervolgonderzoek in gang gezet
De uitkomsten van de literatuurstudies vormen de basis voor lopend en toekomstig onderzoek binnen de Sectoraanpak Nitraat. Zo is de publiek-private samenwerking (PPS) Slimmer met Stikstof gestart om actueel inzicht te krijgen in de stikstofinhoud van gewasresten, de opname door vanggewassen en het vrijkomen van stikstof daaruit voor volgteelten.
Daarnaast zijn onderzoeken gestart in aardappelen en zaaiuien om inzicht te krijgen in stikstofefficiëntie en -opname. Daarbij wordt onder meer de minerale stikstof in de bodem gemeten (Nmin 0–90 cm) op meerdere momenten in het seizoen. Dit geeft inzicht in de stikstofdynamiek en de effecten van verschillende bemestingsstrategieën, én in de risico’s op nitraatuitspoeling naar het grondwater.
Meer informatie over de Sectoraanpak Nitraat vind je op bo-akkerbouw.nl/nitraat.